Fragment uit De orde der Vertegenwoordigers

Damiaan de Bruine schrikt wakker. Hij hoort een hele harde, schelle gil in het donker. Hij zit meteen rechtop in zijn bed. Vervolgens staat hij op en schuift zijn gordijnen open. Hij ziet Darkmanus op zijn draak zitten, hij vliegt boven de binnenplaats. Vervolgens kijkt hij naar de poort: die staat gewoon open! Hij rent door zijn kasteel heen naar beneden, daar zijn een paar werkers. Hij schreeuwt: "Sluit de poort! Sluit de poort!" Waarop de werkers beginnen te rennen. Sommigen bovenlangs, want daar zit het mechanisme waarmee je de deur sluit, en sommige onderlangs, die kunnen dan de poort barricaderen wanneer deze gesloten is.
Damiaan rent naar de ingang van het klooster. Daarnaast staat zijn toverstaf in een kast. Hij pakt zijn toverstaf en rent ermee naar buiten. Hij ziet dat Darkmanus het op zijn werkers gemunt heeft die net begonnen zijn met het stutten van de deur. Damiaan rent naar buiten en roept: "Dirante Fulmo!" En uit zijn toverstaf schiet een bliksemstraal op Darkmanus. Darkmanus’ draak kan de bliksemschicht net ontwijken. Darkmanus kijkt waar de schicht vandaan komt en ziet Damiaan. Hij laat zijn draak landen op de binnenplaats en pakt zijn zwaard. Een duistere stem klinkt in het donker: "Kom en vecht als een man, met gelijke wapens!" Maar Damiaan heeft hier geen zin in, hij richt zijn toverstaf op Darkmanus en schreeuwt: "Dirante Atak!" en Darkmanus wordt met een doodsmak tegen de muur gesmeten. Darkmanus glijdt langs de muur naar beneden, staat vervolgens weer op en zegt: "Oké, ook goed! Dan niet eerlijk!" En hij laat zijn eigen toverstaf naar zich toevliegen. Hij spant zich in en plotseling vliegt Damiaans toverstaf uit zijn hand naar die van Darkmanus.